Mohamed Asad, het geschenk van Europa

Mohamed Asad, het geschenk van Europa

We starten het nieuwe seizoen met een korte biografie van de meest invloedrijke denker van de afgelopen eeuw.

Leopold Weiss, alias Mohamed Asad, één van de belangrijkste geleerden van de afgelopen eeuw werd geboren op 2 juli 1900 in het hedendaagse Oekraïne. Hij groeide op in een Joods gezin met strikte regels. Zijn grootvader was een spirituele leider. Asad kreeg een religieuze opvoeding, daarom beheerste hij het Aramees en het Hebreeuws heel goed en kon de Thora in haar oorspronkelijke taal bestuderen. Volgens zijn ouders moest hij zijn leven wijden aan de Joodse spiritualiteit maar op jonge leeftijd verzette het kind zich tegen deze traditie. Toen hij 14 jaar was, vluchtte hij van huis om zich bij het leger in Oostenrijk aan te sluiten maar dit duurde niet lang. Later begon hij met studies zoals kunstgeschiedenis en filosofie aan de Universiteit van Wenen. Al snel besefte hij dat dit ook niets voor hem was. Op zijn twintigste vertrok Asad naar Berlijn en daar begon hij te werken als journalist. Twee jaar later reisde hij door naar het Midden-Oosten. Daar werd hij erg gefascineerd door de moslimgemeenschap. Zijn eerdere opvattingen over de Arabieren en moslims begonnen geleidelijk te veranderen. Hij keerde terug naar Berlijn en begon te werken voor een Duitse krant. Hier ontmoette hij veel staatshoofden van verschillende landen zoals Palestina, Egypte, Syrië en Irak.   

1926 was het jaar waarin Asad een keerpunt beleefde in zijn leven. Hij verwoordt deze bijzondere situatie als volgt: "Op een dag zat ik samen met mijn vrouw in een Berlijnse metro. Tijdens onze reis bespeurde ik veel medereizigers die allemaal opzichtig gekleed waren. In eerste instantie kreeg ik de indruk dat deze mensen zeer succesvolle stads- en zakenmensen waren. Nadien merkte ik dat er een diepe en verborgen pijn schuilde in al deze gezichten. Zij zagen er heel moe uit; niet alleen moe maar ook ernstig ongelukkig. Bovendien kon ik op al deze gezichten hetzelfde zien; dit leed was zo verborgen dat zijzelf hier niet bewust van waren." Hij deelde zijn ervaring en gevoelens met zijn echtgenote, Elsa. Mohamed Asad schreef deze pijn toe aan het onophoudelijk streven naar welvaart zonder essentie en oog voor zingeving.

Toen hij die dag thuiskwam, zag hij een opengeslagen Koran op tafel liggen. Hij stond op het punt het boek op zijn plaats te zetten, maar zijn blik viel plots op de pagina die openstond. Dit was het hoofdstuk ‘De Vergaring’ (1-8); (1) "De wedijver om vermeerdering maakt jullie onachtzaam (houdt jullie bezig) (2) tot jullie de graven bezoeken. (3) Maar nee, jullie zullen het weten (hier, als de tijd rijp is) (4) Echt niet, jullie zullen het (dan daar) weten. (5) Nee nee, konden jullie het maar met zekerheid weten (6) dan zouden jullie de Hel zeker zien! (7) Echt, jullie gaan haar sowieso aanschouwen (8) op die Dag zullen jullie uiteindelijk ondervraagd worden over alle voorzieningen (van God).” Hij kreeg een rilling en besefte dat dit hoofdstuk een echo was van wat hij die dag in de metro meemaakte.

Hij dacht bij zichzelf:

"In alle tijden heeft de mens hebzucht gekend, maar in geen enkele eeuw was het zo verwoestend als in deze eeuw. Het is een kwelduivel die de mensen op hun nek hebben waar hij zijn zweepslagen recht op hun harten toedient en hen stuurt in de richting van valse doelen die in de verte bespottend naar mensen knipogen... Hoe wijs ook, niemand kon de pijnlijke rit van de twintigste eeuw vanzelf geweten hebben. Of deze op een dermate beheersend niveau en een dermate duidelijke stijl uitgedrukt hebben. Neen, de stem in de Koran is sterker en hoger dan die van Mohamed (vrede met hem), die alle eeuwen voorbijgaat en mijn oren bereikt.”... “Wat ik gelezen heb was een antwoord, dat alle twijfels in één klap wegnam. Nu wist ik zonder twijfel dat wat ik vasthield het woord van God was. Hoewel het 13 eeuwen geleden werd gezonden naar de mensheid, geeft het duidelijk bericht van iets dat zich pas manifesteert in ons complexe, gemechaniseerde en door angst verslagen tijdperk.”  

Deze ervaring was de grootste aanleiding geweest van zijn bekering en die van zijn echtgenote.  Asad nam ontslag en ging op bedevaart naar Mekka. Daar verbleef hij zes jaar en verdiepte zich in de Arabische taal, de Koran, de overleveringen en de islamitische geschiedenis. In 1947 verhuisde hij naar Pakistan en begon te werken bij de Ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1952 nam hij ontslag om het boek ‘Op weg naar Mekka’ te schrijven. Mohamed Asad stierf op 20 februari 1992 in de Spaanse stad Granada.  

Mohamed Asad liet belangrijke werken na, vooral op het gebied van de koraninterpretatie. Zijn boek, ‘De boodschap van de Koran’ wordt beschouwd als één van de meest invloedrijke koranvertalingen van de moderne tijd, dat vertaald werd naar verschillende talen. De visie van Asad werd door veel traditionalisten opgevat als hervorming in het geloof en hierdoor sterk bekritiseerd. Dit omdat hij bepaalde concepten binnen de islam op een onconventionele manier uitlegde. Hoewel niemand beschikt over het alleenrecht op de Koran, durft men vandaag de dag mensen met nieuwe inzichten en interpretaties te bestempelen als ontkenner, vijand van de Profeet, Joodse agent, enzovoort. Ook Asad heeft dit meegemaakt.  

Naast zijn politieke activiteiten en journalistiek staat Mohamed Asad bekend als een belangrijke denker, die zich verzette tegen de Iraanse Islamitische Revolutie en alle vormen van extremistische bewegingen binnen de islamitische wereld. Hij was van mening dat de islamitische wet gesystematiseerd moest worden. Bovendien heeft hij ook hard gepleit voor vrouwenrechten. 

Andere werken van Asad zijn: De principes van staat en bestuur in de islam, Islam op het kruispunt, Un Romantisches Morgenland waarin hij vertelt over zijn indrukken bij zijn eerste bezoek aan het Midden-Oosten en Op weg naar Mekka, de autobiografie van Mohamed Asad, tevens ons boekvoorstel van deze maand.